De kern van het klimaatprobleem, deel 5: stigma’s, populisme, opportunisme en anti-wetenschappelijke houdingen op links
In de voorgaande delen hebben we gezien dat een energienet op basis van enkel zonne-en-windenergie niet wenselijk is. En dat zelfs als je dit wel zou willen dat het huidige tempo waarop zonne-en-windenergie nu wordt toegepast inadequaat is om snel genoeg van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen af te komen. We hebben daarom het belang van een divers energienet besproken, waarbij ook kernenergie een rol speelt.
We hebben de historische ontwikkelingen van kernenergie behandeld, en gezien dat de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog hier hun stempel op hebben gezet. We hebben ook gezien dat niet alle type kernreactoren geschikt zijn voor de productie van wapens, en dat dus deze kritiek die vaak wordt aangehaald tegen kernenergie niet van toepassing is op kernenergie als geheel, enkel op bepaalde ontwerpen. Later hebben we ook een uitstapje gemaakt naar kernfusie, een futuristische techniek die ook gebruikt is voor wapens, maar desondanks diezelfde kritiek veel minder vaak naar zijn hoofd geslingerd krijgt.
Daarnaast, hebben we gezien dat de kernrampen die door de geschiedenis heen zijn gebeurt hun oorsprong vinden in dat er andere belangen dan de veiligheid doorslaggevend zijn geweest in het ontwerpen of runnen van de reactor. We hebben besproken dat het wel degelijk mogelijk is om kernreactoren te ontwerpen die inherent veilig zijn, en dat een aantal van deze ontwerpen ook in de praktijk bewezen zijn. Als extra bonus bleek ook nog eens dat reactoren ontworpen kunnen worden om significant minder afval te produceren, en dat dat afval ook aanzienlijk minder lang hoeft worden opgeslagen. Daarna bespraken we dat kernafval niet zo’n groot onoverkomelijk probleem als dat het soms wordt gepresenteerd, en hebben we gezien dat er een concrete en goede lange termijn oplossing is.
Stigma’s en de belangen van het gevestigde kapitaal
Als kernenergie zo geweldig is, waarom wordt er dan niet meer op ingezet? Een groot gedeelte van het antwoord op deze vraag kan uiteraard gevonden worden in de Koude Oorlog, De enorme hoeveelheid kernsplijtingswapens en kernfusiewapens vormde een reële existentiële bedreiging voor praktische de gehele wereldbevolking. In 2019 waren er wereldwijd nog steeds 13.865 kernwapens, waarvan 3.750 ingezet bij operationele troepen. 90% hiervan zijn in het bezit van de VS en Rusland, 22 van de Amerikaanse thermonucleaire wapens bevinden zich op vliegbasis Volkel in Noord-Brabant.
Terecht, leidde dit, en leidt dit nog steeds, tot massale protesten. Socialisten moeten zich dan ook ten allen tijde verzetten tegen massavernietigingswapens. Echter, als bijproduct van de protesten en de terechte angst van de Koude Oorlog, is er een hele beweging ontstaan tegen kern(splijtings)wetenschap in zijn geheel. De redenering is op zich logisch; als er geen kernreactoren en verrijkingsinstallaties zijn, dan zijn er geen Plutonium productiefabrieken en is er geen verrijkt Uranium of Plutonium, en zijn er dus geen kernbommen. Als reactie op de angst en dreiging van de Koude Oorlog is dit gevoelsargument begrijpelijk, en het is uiteraard ook gewoon waar dat als er geen kernreactoren zijn dat er geen kernbommen gemaakt kunnen worden.
Het argument schiet echter door, kernbommen mogen dan hun oorsprong vinden in kernreactoren en kernwetenschap, het is niet zo dat kernreactoren en kernwetenschap automatisch tot kernbommen leiden. Zoals we gezien hebben is niet elke reactor geschikt of praktisch voor de productie van bommen, en komen de doelen van veilige energie productie en bommen productie in de ontwerpfase vaak in conflict. Bovendien is tegen kernenergie zijn omdat je tegen kernwapens bent, zo’n beetje hetzelfde als tegen vliegtuigen zijn omdat er op 11 september 2001 vier vliegtuigen als geleide raket zijn gebruikt. Elke techniek, ontdekking, innovatie of uitvinding kan misbruikt worden, het is reactionair en kortzichtig om dit vervolgens op de techniek zelf terug te schuiven in plaats van te kijken naar de daadwerkelijke oorzaken achter dit misbruik en die te bestrijden.
Kapitalisme maakt van alles een handelswaar, zo ook van elektriciteit waar de natuurkundige eenheid Joule wordt gereduceerd tot een product dat zowel door bedrijven wordt ingezet als kapitaal voor de productie van nieuw handelswaar als aan de arbeiders wordt verkocht voor consumptie. En dat brengt ons tot het resterende gedeelte van het antwoord op de vraag die we ons aan het begin van dit kopje stelde. We vinden dit gedeelte van het antwoord bij de industrie waar de favoriete nemesis van de SP, Shell, onderdeel van is: de fossiele industrie.
Veel van de elektriciteitsproductie vindt namelijk nu plaats met behulp van fossiele brandstoffen. De industrie die deze fossiele brandstoffen levert heeft er uiteraard belang bij dat deze afzetmarkt behouden blijft. Sinds de jaren '50 voert deze industrie dan ook een actieve lobby tegen kernenergie. In 1954 bijvoorbeeld vroegen een aantal van de aanwezigen van de vergadering van de Rockefeller Foundation Board of Trustees, aan het hoofd van de Amerikaanse Nationale academie voor natuurwetenschappen om een overkoepelend onderzoek te starten naar de gevolgen van straling op gezondheid.
Een groot gedeelte van het vermogen van de Rockefeller Foundation zit in aandelen in de olie industrie, en toevallig was het hoofd van de Amerikaanse Nationale academie voor natuurwetenschappen destijds ook onderdeel van de Rockefeller Foundation Board of Trustees. De studie concludeerde dan ook “dat atomaire straling, hoe klein de dosis ook is, niet alleen de persoon die het ontvangt, maar ook al zijn nakomelingen schaadt”. Ten eerste is dit onzin, omdat ioniserende straling alleen schadelijk is in hoge dosering, iets wat destijds ook al bekend was. En ten tweede waren deze ‘vooraanstaande wetenschappers’ handig even vergeten dat er van nature altijd een beetje ioniserende straling is, afkomstig vanuit zowel de aardkorst als de zon en de rest van het universum.
De ‘bevindingen’ van deze studie kregen in de pers heel veel aandacht, de New York Times publiceerde in de editie van 13 juni 1956 maar liefst zes gerelateerde artikelen hierover. En het is niet het enige voorbeeld waar de fossiele industrie een irrationele angst voor straling probeerde aan te wakkeren in een poging om het publiek tegen kernenergie te keren. Fossiele brandstof bedrijven zoals Atlantic Richfield, nu onderdeel van Marathon Petroleum, doneerde veel geld aan organisaties die expliciet anti-kernenergie waren, zoals Friends of the Earth International waarvan de Nederlandse tak hier beter bekend staat als Milieudefensie. En met succes, veel mensen zijn nog steeds irrationeel bang voor straling. Om er nog maar een citaat van Weinberg in te gooien:
Mijn voormalig college, William Clark, heeft de waanzin van het publiek over kleine [oorzaken van niet genetische medische aandoeningen] vergeleken met de angst voor heksen in de late middeleeuwen. Enkele miljoenen verklaarde “heksen” werden geëxecuteerd omdat ze niet konden bewijzen dat ze niet iemand of iets kwaad hadden gedaan. Op dezelfde manier, aangezien je niet kan bewijzen dat minieme hoeveelheden straling niet een bepaalde leukemie hebben veroorzaakt – wat dat betreft kan je ook niet bewijzen dat ze dit wel hebben gedaan – bezwijken degenen die wensen te bezwijken aan onderliggende fobieën. Als gevolg hiervan wordt kernenergie [...] belegerd. Pas als de onderliggende controverse is opgelost kunnen we verwachten dat kernenergie volledig geaccepteerd wordt.
De angst die Weinberg hier beschrijft, wordt gevoed door zowel de kernrampen die gebeurt zijn als door het geld van het reeds gevestigde kapitaal dat belang heeft bij het onderdrukken van concurrerende energiebronnen. En Weinberg observeert correct dat deze angst overwonnen dient te worden voordat kernenergie daadwerkelijk gezien kan worden als het groene alternatief dat het is. En dit is precies waar de taak van de socialisten ligt; om enerzijds te vechten tegen massavernietigingswapens die enkel imperialisme verdedigen en anderzijds tegen het door het gevestigde kapitaal gesponsorde stigma dat nu heerst over kernenergie en een effectieve energietransitie belemmert.
Opportunisme, populisme en de resulterende anti-wetenschappelijke houding
De huidige standpunten op links zijn voornamelijk tegen kernenergie. De SP zegt: “De SP is geen voorstander van nieuwe kerncentrales.” en “De centrale in Borssele gaat zo snel mogelijk dicht.” en zegt er verder vrij weinig over. Dit gebrek aan goed uitgewerkt standpunt is op zich al een groot probleem, dat de standpunten die er worden gemaakt niet onderbouwd zijn maakt het alleen maar erger.
GroenLinks geeft toe dat de wetenschap in de vorm van het IPCC in wil zetten op kernenergie, noemt kernenergie vervolgens alsnog een excuus om ‘echte verantwoordelijkheid’ te vermijden, en vindt het te duur. GroenLinks mist duidelijk de ironie dat juist zij een concreet groen alternatief ‘te duur’ noemen, iets wat door rechts vaak gezegd wordt over de plannen van GroenLinks. En houdt in hun vergelijking er trouwens ook geen rekening mee dat de fossiele industrie heel veel directe en indirecte subsidie krijgt van de overheid. Aangezien de besteding van dit geld een politieke keuze is, kan ervoor gekozen worden om dit in kernenergie te investeren en dan verschuift het kosten plaatje flink.
“In Europa strijdt GroenLinks voor een verbod op het subsidiëren van kerncentrales.” Als GroenLinks dit daadwerkelijk voor elkaar krijgt, dan zouden ze de energietransitie juist achteruit brengen in plaats van vooruit zoals ze schijnen te denken. Toen Duitsland na de ramp in Fukushima de kerncentrales sloot, werd dit opgevangen door: kolen. De extra luchtvervuiling die deze smerige kolencentrales uitstoten zorgde voor een geschatte stijging in maatschappelijke kosten van 12 miljard dollar per jaar. Verder maakt GroenLinks dezelfde reguliere argumenten over kernafval waarvan we eerder al gezien hebben dat die overkomelijk zijn.
“De Partij voor de Dieren is tegen kernenergie. Kerncentrales brengen grote onnodige risico’s met zich mee en zorgen voor afval dat honderdduizenden jaren levensgevaarlijk blijft.” We hebben eerder al gezien dat dit veel te kort door de bocht is, dus ik zal er verder geen woorden aan verspillen. Wat wel interessant is, is de claim die ze daarna maken: “Kernenergie is daarnaast ook afhankelijk van eindige grondstoffen”. Deze claim is volledig waar, maar misleidend, aangezien er gesuggereerd wordt dat zonne-en-windenergie niet afhankelijk is van eindige grondstoffen. Alsof zonnepanelen en windmolens gewoon uit de lucht komen vallen. Ook de stoffen voor de productie van zonnepanelen en windmolens komen grotendeels uit de grond, en mijnbouw zonder milieulast bestaat niet. We hebben eerder gezien in de tabel van het IPCC dat de koolstofdioxide-equivalent per kilowattuur voor zonnepanelen zelfs bijna 4 keer zo hoog is als die voor kernenergie. Wat de PvdD hier dus verkoopt is pure misleiding en onzin.
De PvdA herhaalt veel van de eerder genoemde argumenten en doet daar nog een schepje extra onzin bovenop: “maar kernenergie is niet volledig CO2-vrij”. Waarschijnlijk refereert de PvdA hier naar de eerder genoemde koolstofdioxide-equivalent per kilowattuur van kernenergie, in dat geval heeft de PvdA dit helemaal juist geobserveerd. Het is echter wederom enorm misleidend dat het wordt gepresenteerd alsof er dan wel een andere energiebron is die wel ‘volledig CO2-vrij’ zou zijn, sterker nog zonnepanelen stoten dus zelfs meer uit in hun productieproces. Als de PvdA naar iets anders refereert dan de koolstofdioxide-equivalent dan is het simpelweg niet waar, een kerncentrale stoot geen koolstofdioxide uit terwijl die runt.
Wat we hier zien van alle linkse politieke partijen is politiek opportunisme. De algemene stemming in de samenleving is anti-kernenergie, dus in een poging om maar stemmen te winnen sluiten de partijen aan bij dit anti-kernenergie sentiment. Er wordt niet zelf nagedacht of daadwerkelijke onderzoek naar gedaan, er worden enkel dezelfde klassieke anti-kernenergie dogma’s herhaalt. Met een beetje moeite en goed onderzoek zou een partij toch tot een goed uitgewerkt standpunt moeten kunnen komen, en dit dan aan de massa’s moeten kunnen presenteren, zeker over zo’n belangrijk thema als de energietransitie.
Enkel zeggen ‘fossiel slecht, wind en zon goed’ is niet voldoende, ten eerste omdat je het probleem niet kan simplificeren tot het toevoegen van windmolens en zonnepanelen en het sluiten van fossiele brandstoffen centrales en verwachten dat dat a) werkt en b) voldoende is. Deze politiek van het presenteren van onrealistische over gesimplificeerde oplossing, is deel van de reden dat het we nog steeds nauwelijks vooruitgang hebben gemaakt in de energietransitie. Het is het falen van links in het formuleren van een goed uitgewerkt alternatief op de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen die het voor rechts zo makkelijk maakt om de linkse plannen als onrealistisch af te schilderen.
Je kan momenteel kiezen tussen of partijen die kapitalisme boven het klimaat stellen, of partijen die zonnepanelen en windmolens als een magisch alternatief presenteren. Geen wonder dat men het vertrouwen in de politiek verliest. Het is de taak van socialisten om een op wetenschap gebaseerde analyse te maken, en te komen met een goed en realistisch alternatief. Dat is dus een divers energienet, waar ruimte is voor zonnepanelen, windmolens, kernenergie, en nog veel meer verschillende bronnen die nu al bestaan of in de toekomst zullen bestaan. Hierbij is het niet nodig, en zelfs onwenselijk, om het standpunt dusdanig te simplificeren dat het alle geloofwaardigheid verliest. In tegenstelling tot wat veel partijen schijnen te denken, zijn mensen niet dom, en kun je de meeste mensen prima uitleggen waarom kernenergie onderdeel van de oplossing moet zijn.
De oversimplificaties leiden enkel tot misleiding, er wordt dan gehoopt stemmen te winnen met de magisch gepresenteerde oplossing, zodat je dan later wanneer je de stemmen dan hebt of a) faalt omdat je geen goed uitgewerkt standpunt had of b) je had het goed uitgewerkte standpunt stiekem al die tijd al maar hield het achter. Beide scenario’s zijn onwenselijk, in het eerst ben je incompetent, en in het tweede ben je de kiezers aan het misleiden en wanneer ze daar uiteindelijk achter komen, dan blijkt wederom dat “de politiek gelogen heeft”, en verlies je die stemmen dus weer, en terecht.
Socialisme is voor de arbeidersklasse, en moet dus met de arbeiders. Dit kan enkel als er een wederzijdse band van vertrouwen is tussen de Socialistische Partij en haar electoraat, de arbeiders. Misleiding of incompetentie schaad deze band van vertrouwen, en is dus schadelijk voor de partij, maar nog veel erger is dit schadelijk voor de arbeidersklasse. Daarom met de arbeiders, voor een goed uitgewerkt verhaal rondom de energietransitie, voor een geloofwaardig en realistisch toekomstperspectief, en voor socialisme.
Socialisme is de toekomst, en de toekomst heeft een stabiel en divers energienet nodig.
Waardeer je dit gratis artikel? Steun me met een eenmalige donatie of abonneer je zodat je alle content ziet. Dankjewel!